iconOver de ongebonden heffingen

De ongebonden heffingen zijn:

  • forensenbelasting;
  • onroerendezaakbelastingen;
  • reclamebelasting;
  • toeristenbelasting.

Forensenbelasting

Deze belasting heeft tot doel om mensen die veel in een gemeente verblijven, maar geen inwoner zijn, mee te laten betalen aan voorzieningen. Zo dragen ze bij aan de kosten van deze voorzieningen. We heffen alleen forensenbelasting van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben. 

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Eigenaren van woningen en van bedrijven (niet-woningen) betalen eigenarenbelasting. Voor een niet-woning betaalt de gebruiker van een pand de gebruikersbelasting van de OZB. De grondslag is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. (WOZ = Waardering Onroerende Zaak). Het te betalen bedrag wordt op de jaarlijkse aanslag uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

We hadden alleen invloed op de geraamde OZB-opbrengst 

De ontwikkeling van het OZB-tarief was vooral afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt (de WOZ-waarden). Omdat de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt steeg, verlaagden we het OZB-tarief voor 2023. Anders zou de OZB-opbrengst hoger worden dan de raming. Andersom geldt hetzelfde: zou de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt zijn gedaald, dan hadden we het OZB-tarief verhoogd om te voorkomen dat de OZB-opbrengst daalt. De OZB-opbrengst verhoogden we alleen met het prijsindexatiecijfer. 

De onroerendezaakbelasting is een tijdstipbelasting

Voor het bepalen van de belastingplicht geldt de situatie per 1 januari van het belastingjaar. Als iemand in de loop van het jaar bijvoorbeeld zijn huis verkoopt, dan nemen we deze verandering mee in het volgende belastingjaar. Voor de waarde van het huis is dat per 1 januari van het jaar ervoor. Deze peildatum maakt dat de OZB-aanslag voor 2023 forse WOZ-waardestijging liet zien vanwege forse stijgingen in verkoopprijzen. 

Welke ontwikkelingen zagen we? 

De WOZ-waarden stegen opnieuw door de verkoopprijzen

De WOZ-waarde steeg in Bronckhorst meer dan gemiddeld in Nederland (gemiddeld 22% en in Nederland 17%). De hogere WOZ-waarden gaven geen hogere ozb-opbrengst voor Bronckhorst, wel ontvingen we meer bezwaren tegen de veelal hogere WOZ-waarden. Dit hoorden we ook terug van inwoners. In 2022 waren er veel bezwaren omdat alle objecten op m2 werden gewaardeerd en hoge verkoopprijzen als referentie (2.200 bezwaren). In 2023 gingen de bezwaren vooral over hoge waarden vanwege verkoopprijzen (2.800 bezwaren).  

Voor de kosten van no cure, no pay-bedrijven namen we € 200.000 mee

Ook in Bronckhorst maakten we proceskosten door de opkomst van no cure, no pay-bedrijven (ncnp). Deze bedrijven maakten gratis bezwaar voor inwoners, vooral tegen de hoogte van de OZB. Voor deze bureaus is de proceskostenvergoeding een verdienmodel. In tegenstelling tot het familierecht, is dit geen tegemoetkoming in de kosten voor de inwoner. Woningeigenaren gebruiken deze bedrijven om zo hun aanslag te verlagen. We verhalen die proceskosten via de OZB-opbrengst van woningen. 

De kosten voor bezwaren werden hoger, maar niet vanwege de ncnp

Dat de kosten hoog bleven, kwam door het hoge aantal bezwaren (zie ‘De WOZ-waarden stegen opnieuw door de verkoopprijzen’ en ‘We volgen beleid voor invordering en kwijtschelding van belastingen’). Het aantal bezwaren via deze bureaus was lager dan van andere deelnemers van GBTwente. Ruim 66% van de bezwaren werden door inwoners zelf ingediend. Ruim 70% van de bezwaren gaven geen verandering van de WOZ-waarde. 

We volgden de ontwikkeling van de WOZ-waarden 

We volgden de waardeontwikkeling van objecten voor de drie groepen die OZB betalen.   Dat doen we voor de tariefbepaling (raming opbrengst) en voor de aanslagoplegging (realisatie opbrengst). 

De WOZ-waarde voor gebruikers was lager dan voor eigenaren

De WOZ-waarde voor OZB-gebruikers bedrijven is altijd lager dan de WOZ-waarde voor OZB-eigenaren bedrijven. Volgens de wet mag over de woononderdelen van een niet-woning geen OZB-gebruikersheffing geheven worden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een agrarisch bedrijf, waar de eigenaar ook zijn woonverblijf heeft. 

De WOZ-waarden ontwikkelden zich als volgt: 

Ontwikkeling WOZ-waarden

2021

2022

Begroot 2023

Werkelijk 2023

RAMING WOZ-waarde bij tariefbepaling (oktober)

Eigenaren woningen

4.878.507

4.597.112

6.545.791

Eigenaren niet-woningen

779.484

639.782

781.055

Gebruikers niet-woningen

638.311

537.605

649.136

Aantal objecten

19.253

19.253

18.953

18.953

Gemiddelde waarde per object (woning en niet-woning)

294

272

387

395

WERKELIJKE WOZ-waarde bij aanslagoplegging (februari)

Eigenaren woningen

4.344.529

4.666.330

5.454.826

6.666.500

Eigenaren niet-woningen

738.958

787.111

758.306

818.000

Gebruikers niet-woningen

585.733

661.405

630.229

658.500

Reclamebelasting

Reclamebelasting is te heffen over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Voorbeelden zijn gevelreclame, bestickering van ramen, posters, vlaggen, uithangborden, luifels of spandoeken. We heffen reclamebelasting in het centrum van Vorden, Hengelo en Zelhem en voor het industrieterrein Zelhem. 

De belastingopbrengst ging naar de stichting Ondernemersfonds van de kern of industrieterrein

De belastingopbrengst gaat met aftrek van de uitvoeringskosten van GBTwente, via subsidie naar de stichting Ondernemersfonds voor de kern waarover we de belasting heffen. Voor het industrieterrein Zelhem gaat de opbrengst naar de stichting die het parkmanagement uitvoert. We verantwoorden de subsidies in deelprogramma 3A Economie (2.1.3). We ontvingen € 102.200 voor de kernen. We keerden € 95.541 uit als subsidie. We ontvingen € 36.750 voor industrieterrein Zelhem. Daarvan keerden we € 33.188 uit als subsidie. 

Welke ontwikkelingen zagen we?

We veranderden niets aan de reclameverordeningen

Voor de reclamebelasting was overeengekomen met de deelnemende ondernemers dat we geen automatische inflatiestijging toepasten. Voor de reclamebelasting 2023 wijzigde niets. Bij de behandeling van de belastingverordeningen 2024 in november 2023 pasten we het gebied voor de winkelkern Hengelo wat aan. 

Toeristenbelasting

Deze belasting heffen we voor overnachtingen binnen Bronckhorst van personen die geen inwoners zijn van de gemeente Bronckhorst. Zij gebruiken bijvoorbeeld een camping, pension, ligplaats of vakantiehuisje. De verhuurder mag deze belasting doorrekenen aan deze personen. We innen de belasting van de verhuurder. 

Degene die de voorziening gebruikte, betaalde hieraan mee

Het doel is hetzelfde als bij forensenbelasting. Mensen die de voorzieningen in de gemeente gebruiken maar niet in onze gemeente wonen, betalen hieraan mee. In Bronckhorst besteden we deze opbrengst volledig voor toerisme. Dit is onderdeel van deelprogramma 3A Economie (2.1.3).

Welke ontwikkelingen zagen we? 

We haalden toeristen naar Bronckhorst

Met de toeristische campagne 'Tot slot' haalden we meer recreatiegasten naar Bronckhorst. Zo zorgden we voor het behoud van de bestaande opbrengst.  

We kregen meer voor toerisme door de hogere opbrengst toeristenbelasting

We rekenen de toeristenbelasting af op werkelijke aantallen overnachtingen. Dat gaf een hogere opbrengst dan het gebruik van vele forfaits. De hogere ontvangst raamden we vanaf dit jaar, tot die tijd maakten coronagevolgen de opbrengst nog onvoorspelbaar. We gebruiken de hogere opbrengst voor toerismeplannen, volgens het beleidsuitgangspunt dat we de opbrengst toeristenbelasting besteden voor toerisme. De opbrengsten ontvangen we na afloop van het jaar (achteraf). De hogere opbrengst was uiteindelijk € 70.000 in plaats van € 80.000.­